donderdag 30 september 2010

Cultuurpaspoort

Mijn interesse in kunst en gevoel voor creativiteit heb ik zeker van mijn papa. Lang geleden (ik bestond nog niet) heeft hij getwijfeld tussen het studeren van Rechten aan de VUB of een toneelopleiding aan Studio Herman Teirlinck. Het is het eerste geworden. Of dit nu spijtig is of niet, dat weet ik niet. Ook heeft hij in een muziekgroepje gespeeld (hij was de saxofonist) en schreef hij gedichten. Van mijn 2 ouders is hij het meeste met kunst bezig in ieder geval. Vroeger actief, nu meer passief.

Naar concerten of balletvoorstellingen hebben mijn ouders ons (mijn broer en ik) nooit meegenomen. Wel was, als we op vakantie gingen, een museum bezoeken een must. Als ik al mijn museumbezoeken en de belangrijke/bekende kunstwerken die ik al heb gezien eens zou optellen, kom ik toch wel aan een heel mooi lijstje. Dit is te danken aan het feit dat mijn ouders heel graag en heel vaak reizen (elk jaar staat er minstens een 2-weken durende reis én een citytrip op de planning) en het onnozel vinden om 2 keer naar dezelfde plaats/hetzelfde land te reizen. Ze hebben ons al een groot deel van de wereld laten zien, en dat vind ik toch ook een kunst.

Ikzelf heb al een aantal kunstdisciplines beoefent. In mijn derde leerjaar ben ik met ballet gestart aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans in Wemmel en dit heb ik 8 jaar gedaan. Een jaar later (in het vierde leerjaar) ben ik met notenleer gestart waardoor ik in het vijfde leerjaar een instrument kon kiezen. Onder lichte druk van mijn papa koos ik voor saxofoon (die zei dat “een saxofoon een instrument was waar je alle muziekgenres mee kon spelen”). Uiteindelijk heb ik het saxofoonspelen maar één jaar volgehouden; mijn nek deed te veel pijn van het gewicht van de saxofoon en mijn lippen lagen open van er op te blazen. Enthousiast kon je mij niet echt noemen. Ik ben toen ook gestopt met notenleer, na 2 jaar. Maar hoe dan ook; het vijfde leerjaar was een drukke periode, want in dat jaar was ik ook met Dictie gestart én danste ik in Gembada (een hip-hop/funk dansgroep uit Merchtem). De 2 jaar Dictie (5e en 6e leerjaar) werden opgevolgd door 3 jaar Voordracht en Drama en 1 jaar Toneel (de eerste 2 aan de August De Boeck Academie in Merchtem, en het laatste aan de Academie voor Woord en Muziek in Opwijk).

Aan aandacht voor literatuur en muziek was er thuis geen gebrek. Mijn ouders hebben ondertussen een mooie CD en boekencollectie, die vooral dankzij mijn papa zo groot is geworden (mama is meer van het ‘boeken-lees-je-toch-maar-één-keer-dus-ga-ze-halen-in-de-bibliotheek’-principe). Thuis werd er geluisterd naar funk en hip-hop, maar ook naar klassiek en jazz. En rock, soul en pop kwamen ook aan bod. Mijn papa heeft mij geleerd om voor alles open te staan, daarom dat ik nu ook naar allerlei muziekgenres luister. Ik pin mij niet graag vast aan één stijl.

De boeken in de boekenkast variëren. Hugo Claus, Willem Elsschot en Tom Lanoye staan naast Stieg Larsson en Nicci French. Mijn ouders hebben ook al altijd de krant gelezen. Vroeger werd er nog afgewisseld tussen De Morgen en De Standaard, maar sinds 5 jaar hebben we een abonnement op De Standaard.

Als we het over interesse in kunst hebben, lijk ik het meeste op mijn papa en mijn broer het meeste op mijn mama. Mijn broer en mijn mama hebben nooit een echte feeling met kunst gehad, maar hiermee wil ik niet zeggen dat je moét geïnteresseerd zijn in kunst, integendeel! Iedereen heeft zijn eigen interesses en dat is maar goed ook… Mijn broer heeft sinds kort wel het DJ’ en ontdekt en ik denk dat dit toch ook een verre soort kunstvorm is, of niet? Mijn mama leest wel veel boeken en cultuur- artikels in De Standaard en gaat ook graag naar een museum, maar ze is niet actief met kunst bezig. Ze heeft wel een eigen mening over kunst, al komt die niet altijd overeen met de mijne. Als ik dus meer eensgezindheid wil, ga ik de mening vragen aan mijn papa (die ook niet altijd mals is).

In mijn vijfde middelbaar ben ik gestopt met ballet, alsook met toneel (met Gembada was ik al gestopt in het derde middelbaar) want ik ging van een ASO- school naar een KSO- school. De Kunsthumaniora Brussel te Laken. Ik had al wat podiumervaring (enkele ballet- optredens in CC De Zandloper in Wemmel en elk jaar zo’n stuk of 5 met Gembada, een groot spektakel incluis), maar in ‘KHB’ heb ik mijn gêne toch helemaal moeten overwinnen. Tijdens mijn eerste les Toneel, bijvoorbeeld, moest ik één van de 4 elementen uitbeelden. Begin maar eens aarde, wind, water of vuur te spelen. Géén gemakkelijke opdracht! Zeker niet als je niet direct de meest extraverte persoon bent zoals ik.

Niet alleen mijn productieve ervaringen met kunst werden groter (mijn kunstvakken waren: Voordracht, Welsprekendheid, Toneel, Audiovisuele Vorming, Hedendaagse Dans en Zang), maar ook mijn receptieve ervaringen. Zo heb ik dankzij ‘KHB’ voorstellingen gezien in BRONKS, Bozar, KVS… maar ook tentoonstellingen bezocht in het MuHKA en de Botanique. In januari 2010 hebben we (mijn klas) het zelfs voor mekaar gekregen om zélf in BRONKS te mogen spelen. Het werd een avond vol toneelteksten van Hugo Claus. Van ‘Vrijdag’ tot ‘Pas de deux’, ze zijn allemaal de revue gepasseerd (in mini- versie weliswaar). Maar van al de dingen die ik heb gemaakt in ‘KHB’, zijn mijn filmpjes en foto’s van Audiovisuele Vorming en mijn eindwerk ‘Kameleon’ toch wel de dingen waar ik het meest trots op ben.

Er zijn enkele mensen/dingen die belangrijk zijn geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling; naar ‘KHB’ gaan is misschien wel de belangrijkste. Mijn culturele ontwikkeling is er niet alleen op vooruit gegaan, mijn persoonlijke ook. Dit uitte zich in meer zelfvertrouwen, mijn talent en voornaamste interesse ontdekken (fotografie en film) en mondiger zijn.

Een persoon die ik enorm bewonder voor al zijn talenten en die mij altijd heeft gesteund in wat ik doe en de keuzes die ik maak , is één van mijn beste vrienden Thomas Deknop. Ik heb hem leren kennen in ‘KHB’ en sinds dit jaar studeert hij Fictiefilm (regie) aan de Sint- Lukas Hogeschool in Brussel. Ik twijfel er niet aan dat hij dat goed gaat doen (misschien ben ik wel een beetje te subjectief, maar talent heeft hij in overvloed, dat weet ik zeker). Hij heeft mij de liefde voor film gegeven, leren kijken naar alternatieve films (niet dat ik daarvoor naar ‘echte commerciële films’ keek, maar hij heeft mij ‘echte alternatieve films’ leren kijken), en de schoonheid van de Nouvelle vague- films doen zien. Ik ben graag omringd door gepassioneerde mensen, en de passie die Thomas voor film heeft, werkt bij mij zeer aanstekelijk.

Als er één kunstvorm is waar ik niet zo van hou, dan is het wel alles waar ‘experimenteel’ voor staat. Experimentele film. Experimenteel toneel. Ik moet er niet echt van weten. Waarschijnlijk ligt dit deels aan mijn achtergrond, mijn opvoeding, waarbij ik heb geleerd dat bv. 10 minuten stil liggen op de grond géén kunst is. Ik beschouw ‘experimenteel’ als ‘makkelijk’. Ik weet dat ik waarschijnlijk ongelijk heb, maar toch. Kunst moet bij mij emoties losmaken, experimentele kunst schroeft mijn emoties helemaal vast. Misschien moet ik dit jaar maar eens meer open staan voor experimentele kunstervaringen?